Spanje staat bekend om stevige, fors houtgerijpte en naar vanille geurende rode wijnen. Bijzonder is ook dat Spaanse wijn doorgaans pas op de markt komt als deze op dronk is. Wat in de wijnhandel wordt gekocht, is dus over het algemeen direct drinkbaar en hoeft niet nog eerst jarenlang te rijpen. De meeste boeren maken zelf geen wijn, maar verkopen hun druiven aan wijnhuizen (bodega’s), of coöperaties. Deze verifiëren de druiven, bottelen de wijn en verkopen die onder hun naam. Door hun omvang hadden de bodega’s genoeg financiële middelen om de wijngaarden opnieuw te beplanten.